De digitalisering heeft nu al een grote impact op onze economie en maatschappij en het spreekt voor zich dat deze impact de komende jaren alleen nog maar zal toenemen. De vraag is dan ook hoe we met deze digitale omwenteling omgaan. Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) heeft in zijn Digital Agenda 2.0 een analyse gemaakt van de bestaande situatie en verschillende aanbevelingen geformuleerd over waar het beter kan. “Het globale beeld van onze digitale infrastructuur is positief, maar we hebben nog heel wat progressiemarge”, zegt Edward Roosens, hoofdeconoom van het VBO. Zo heeft het VBO een digitaal rapport opgesteld met de belangrijkste realisaties, werkpunten en aanbevelingen.

Belangrijkste realisaties

1. Een gunstig fiscaal klimaat voor digitale ondernemers (8,5 op 10)

De invoering van een taxshelter voor investeringen in start-ups heeft investeringen van particulieren in start-ups voor 45% aftrekbaar gemaakt in de personenbelasting. Recent werd deze taxshelter ook uitgebreid naar groeibedrijven. Deze en andere maatregelen hebben de kapitaalverstrekking aan startende en groeiende bedrijven een aanzienlijke boost gegeven. De omvang van en de voorwaarden voor de aftrek voor groeibedrijven zouden wel nog wat kunnen worden verruimd en versoepeld.

België hervormde ook zijn octrooiaftrek tot een innovatieaftrek, waarbij het toepassingsgebied werd uitgebreid naar o.a. software. Voorts is het percentage van de vrijstelling opgetrokken tot 85%. De vrijstelling van de doorstorting van bedrijfsvoorheffing op de bezoldigingen van onderzoekers werd verder uitgebreid tot bepaalde bachelordiploma’s m.b.t. informatica.

Al bij al is het klimaat voor digitale starters en groeiers de voorbije jaren dus aanzienlijk verbeterd.

2. Elektronische facturatie (7,5 op 10)

De federale en regionale overheidsdiensten kunnen ondertussen elektronische facturen ontvangen. Bij de Vlaamse overheid is het voor alle bedrijven ook al verplicht om facturen elektronisch te bezorgen sinds begin 2018. Een verplichte elektronische facturatie aan de federale overheid zou er wel pas komen in 2020. Het is belangrijk dat hier niet te veel uitzonderingen worden op voorzien en dat de andere Belgische overheden – regionaal en lokaal – zo snel mogelijk volgen.

3. E-instrumenten (7,5 op 10)

Naast een uitmuntende telecominfrastructuur zijn een aantal e-instrumenten onontbeerlijk voor een digitale economie. Een eerste belangrijke categorie: eenvoudige en betrouwbare diensten voor digitale authenticatie en identificatie. Naast de niet zo eenvoudig te gebruiken eID heeft de overheid nu ook een wettelijk kader gecreëerd voor private identificatiediensten via mobiele toestellen. “Itsme” iseen eerste private applicatie die zo’n ‘mobile identity’-oplossing aanbiedt die toegang verleent tot beveiligde (overheids)diensten, zonder dat een eID nodig is. Dit is een uitstekende zaak en was één van de belangrijke vragen in de VBO Digitale Agenda van 2015.

Ook heeft de regering de contouren van de officiële mailbox vastgelegd, met ruimte voor privé-initiatieven. Zo’n officiële mailbox voor ondernemingen is onontbeerlijk om in de toekomst te kunnen komen tot een quasi volledige digitalisering van de documentenstromen tussen bedrijven en overheid en tussen bedrijven onderling.

Met de Europese eIDAS-verordening werd ook een geharmoniseerde interne markt gecreëerd voor verschillende digitale vertrouwensdiensten zoals elektronische handtekening, zegel, tijdstempel en aangetekende zending, die voortaan in de hele Europese Unie als gelijkwaardig erkend worden.

De verordening is rechtstreeks van toepassing, maar wordt in België aangevuld met de Digital Act. Die laatste voorziet echter dat de overheid voor bepaalde wettelijke of gereglementeerde transacties gekwalificeerde archiveringsvormen of gekwalificeerde elektronische aangetekende zendingen kan verplichten. Dat is geen goede zaak. Een niet-gekwalificeerde dienst kan even veilig zijn als een gekwalificeerde, terwijl de vereisten voor die laatste meestal zeer zwaar en duur zijn. Bovendien is het onduidelijk wanneer deze verplichting wordt ingevoerd, en wat de toepasselijke technische vereisten zijn. Deze bepaling ontmoedigt bedrijven dan ook om te investeren in de digitalisering van hun werking.

Belangrijkste werkpunten

1. Een digitaal(-vriendelijk) arbeidsrecht (5 op 10)

België heeft dringend nood aan een soepeler arbeidsrecht en aan meer flexibiliteit om activiteiten in verband met de nieuwe technologieën (zoals elektronische handel en helpdesks) efficiënter te kunnen organiseren. Er komt best een afwijking op het verbod op nachtarbeid dat gemakkelijk en automatisch van toepassing is op alle activiteiten in de digitale economie, waaronder de elektronische handel.

De sociale regelgeving voorziet ook nog steeds in een groot aantal schriftelijk op te maken documenten en een groot aantal mededelingen door middel van aanplakking of overhandiging van papieren documenten. Dit soort communicatie stemt niet meer overeen met de realiteit van de ondernemingen waar vooral elektronisch wordt gecommuniceerd (e-mail of intranet).

2. Digitale competenties (5 op 10)

Minder dan 1 op 5 van de afgestudeerden hoger onderwijs in België doet dat in een STEM-richting. Dat is veel minder dan in een aantal vooroplopende landen zoals Duitsland en Finland – die 1 op 3 scoren – maar ook minder dan in bijvoorbeeld Spanje of de Baltische staten. Momenteel wordt duaal leren in het hoger onderwijs nog veel te weinig toegepast.

3. Het beheer en de toegankelijkheid van ondernemingsdata (5 op 10)

Een cruciale randvoorwaarde voor de volledige digitalisering van de interacties tussen overheid en bedrijven is een verbeterde kwaliteit en toegankelijkheid van actuele ondernemingsdata. Op dit ogenblik is de kwaliteit van de ondernemersgegevens in de KBO helaas nog steeds onvoldoende. Een verdere vlotte en betrouwbare digitale gegevensuitwisseling wordt hierdoor bemoeilijkt.

Voor dit probleem moet dringend een oplossing worden gevonden. Dit kan enerzijds gebeuren door bestaande elektronische toepassingen (e-depot) verder uit te breiden en te verplichten (bv. richting wijzigende aktes) en anderzijds ook door het gebruik van blockchaintechnologie. Via deze technologie moet het mogelijk worden dat ondernemingsgegevens tijdiger, goedkoper en betrouwbaarder (met validatie door de juiste partij) voor alle andere betrokken partijen beschikbaar worden.

De vijf belangrijkste aanbevelingen

  1. Maak alle interacties tussen overheidsdiensten en bedrijven digitaal mogelijk tegen 2025. Hiervoor is een officiële mailbox en betrouwbare en up-to-date digitale ondernemingsdata onontbeerlijk. Hiervan moet dan ook prioritair werk worden gemaakt over de grenzen van overheidsdiensten en regio’s heen. Voer ook een algemene verplichting in om elektronisch te factureren aan de (federale) overheid tegen 2020.
  2. Ontwikkel een wetgevend en fiscaal klimaat dat de digitale economie ondersteunt. Schaf alle lokale, provinciale en regionale belastingen op telecominfrastructuur af en voorzie stralingsnormen die niet verder gaan dan de aanbevelingen van de WHO en de EC zodat investeren in telecominfrastructuur aantrekkelijker wordt. Moderniseer ook de wetten en regelgeving die de ontwikkeling van e-commerce hinderen (o.a. rond recyclage, handelsbeperkingen en productnormering).
  3. Maak het mogelijk om, eenvoudig en zonder zware procedures of meerkost, af te wijken van de klassieke arbeidstijdregeling. Bijvoorbeeld door het vetorecht van de vakbonden in te perken en door toe te laten dat er op vrijwillige basis afspraken worden gemaakt met werknemers.
  4. Richt zoals het Verenigd Koninkrijk één federale raad op die de impact en opportuniteiten van AI (artificial intelligence) op een ambitieuze maar verantwoordelijke manier analyseert en stimuleert. Ga ook voor effectief werkzame toepassingen van blockchaintechnologie en blijf niet hangen in proeftuinprojecten.
  5. Stimuleer studenten om voor STEM te kiezen. Voorzie tijdig nieuwe opleidingen rond belangrijke nieuwe technologieën en rol duaal leren verder uit in het hoger onderwijs. Leer studenten daarbij zo vroeg mogelijk en doorheen de hele opleiding op een interdisciplinaire manier te werken rond digitale (bedrijfs)projecten.

België kent een open kenniseconomie, wat maakt dat we één van de landen zijn die het meest baat kunnen hebben bij de digitalisering. Volgens de studie ‘Digitizing Europe’ van Boston Consulting Group zou het Belgische bbp kunnen groeien met ongeveer 12% indien Europa evolueert in de richting van een eengemaakte digitale markt en we zelf volop inzetten op de digitale opportuniteiten die zich aandienen. Maar er is de komende jaren meer nodig, want de uitdagingen nemen stelselmatig toe. We moeten blijven inzetten op domeinen waar we nu al uitblinken en meer actie ondernemen in cruciale domeinen waar we achterblijven”, besluit Edward Roosens.

Link naar een korte presentatie.

Bron: VBO