België vergrootte in 2021 zijn exportmarktaandeel en presteerde goed op het vlak van innovatie. De hoge vlucht van de grondstof- en energieprijzen door het economische herstel post-corona en de oorlog in Oekraïne drukte echter op de economische bedrijvigheid. Dat stelt de FOD Economie vast in de 10e editie van zijn Boordtabel van het concurrentievermogen van de Belgische economie.

Ondanks de impact van de coronapandemie op de wereldhandel verbeterde ons land in 2021 zijn positie op de wereldexportmarkt.

Terwijl China, de Verenigde Staten en Duitsland de ranglijst domineerden, stond België met een relatief aandeel van 1,8 % van de totale wereldexport op de 17e plaats. Dat is twee plaatsen hoger dan in 2020. Toch blijft ons land nog achter zijn drie belangrijkste handelspartners, namelijk Duitsland (3e, status quo), Nederland (5e, +1 plaats) en Frankrijk (8e, +1 plaats).

Naar de drie landen waarmee we België vergelijken worden vooral chemische producten, machines en transportmiddelen en verwerkte producten uitgevoerd. Dat is ook zo voor de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk.

De Belgische uitvoer van hoogtechnologische producten was goed voor 17,0 % van de totale uitvoer in 2021. Dat aandeel steeg sinds 2018 voortdurend met gemiddeld 13 procentpunten. Het relatieve aandeel van Nederland (21,7 %) en Frankrijk (17,2 %) was hoger dan dat van België, terwijl Duitsland in 2021 een lager aandeel had (15,0 %).

Innoverend België

Voor het tweede jaar op rij plaatst het European Innovation Scoreboard België in de groep van “innovatieleaders”. In 2022 zagen alle landen van de kopgroep (Zweden, Finland, Denemarken, Nederland en België) hun indexen de hoogte ingaan (net als 14 andere lidstaten). Ons land scoorde op Finland na (+7,5 indexpunten) de hoogste stijging vergeleken met 2021 (+4,4 indexpunten). Over een langere periode (tussen 2015 en 2022) presteerde België beter (+16,8 procentpunten) dan de Europese Unie (+9,9 procentpunten).

België heeft heel wat sterke punten, zoals het aantal buitenlandse doctoraatstudenten of innoverende kmo’s die samenwerken met andere partners. Die twee indicatoren vertonen echter een neerwaartse trend sinds 2015, met respectievelijk -34,1 en -40,3 procentpunten.

Milieutechnologie en de uitvoer van midden- en hoogtechnologische goederen zijn dan weer minder sterke punten voor België. Maar ook daar is er goed nieuws: die twee indicatoren evolueerden in 2022 in de goede zin ten opzichte van 2015 (+2,2 en +14 procentpunten).

Ook de uitgaven voor intellectuele-eigendomsrechten, die een groot groeipotentieel hebben, stegen. In tegenstelling tot de traditionele fysieke investeringen en na een toename tijdens de COVID-19-crisis met +1,9%, groeiden die uitgaven in 2021 aan tot +2,6% op jaarbasis.

Bbp vertraagt, loonkosten stijgen

Ondanks de positieve ontwikkelingen voor het concurrentievermogen van ons land, stellen we vast dat de welvaart die België produceert vertraagt. Dat is vooral te verklaren door de impact van de oorlog in Oekraïne.

Na de sterke terugval in 2020 (-5,4 %), herstelde het bruto binnenlands product van België (bbp) zich in 2021 met 6,1 %. Toch nam de groei in de loop van 2022 geleidelijk af, van 5,3 % in het eerste kwartaal tot 1,9 % in het derde kwartaal en vervolgens tot 1,4 % in het vierde kwartaal (op jaarbasis).

Tegelijk stegen in 2021 voor het vijfde jaar op rij de loonkosten per geproduceerde eenheid in België. Dat is het gevolg van een daling van de productiviteit per uur en een stijging van de loonkosten, de twee belangrijke parameters voor het concurrentievermogen van de economie.

De sterkere stijging van het aantal gewerkte uren (+7,4 %) in vergelijking met de stijging van het bbp (+6,1 %) ligt aan de basis van de daling van de productiviteit in 2021.

De opwaartse beweging van de loonkosten per eenheid (LKE) zien we sinds 2016, ondanks een daling in 2019 in Frankrijk en in 2021 in Nederland, ook in de andere bestudeerde economieën. Het peil van de Belgische loonkosten per eenheid blijft wel hoger dan in de drie buurlanden, ook al is het verschil de laatste jaren kleiner geworden.

Zwakkere ondernemingsdynamiek dan bij onze buren

Hoewel het aantal actieve bedrijven in België toeneemt, blijkt onze ondernemingsdynamiek veel beperkter dan die van Duitsland, Frankrijk of Nederland. Zo vertoonden 23 Europese landen in 2020 een hogere vernieuwingsgraad van de ondernemingspopulatie dan wij. Dat is het gevolg van een bevredigende oprichtingsgraad en een lager aantal stopzettingen van ondernemingen in België.

Het lager aantal stopzettingen kan worden verklaard door de hoge overlevingsgraad van de ondernemingen vijf jaar na hun oprichting. Die bedroeg in 2020 62,5 % tegenover 61,9 % in Nederland, 50,8 % in Frankrijk en 37,3 % in Duitsland. Dat kan zowel het gevolg zijn van een gunstig klimaat voor het opzetten van nieuwe ondernemingen als van een gebrek aan de herverdeling van middelen van niet-renderende naar performante bedrijven.

Bovendien telt ons land zeer weinig snelgroeiende ondernemingen (6,9 % in 2020) in vergelijking met Nederland (12,5 %), Frankrijk (8,6 %), Duitsland (8,3 %) en de EU als geheel (9,4 %).

Een zwakke ondernemingsdynamiek kan de productiviteitsgroei aanzienlijk vertragen, wat op lange termijn het concurrentievermogen van ons land aantast.

Bron: FOD Economie