Zo’n 10 maanden na het uitbreken van de coronacrisis staat bij vele ondernemingen het water nog altijd aan de lippen. De tweede golf doet die groep zelfs aanzwellen, zo blijkt uit nieuwe berekeningen van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) en Graydon, specialist in analyse van data over ondernemingen, die aantonen dat ondanks de steunmaatregelen bijna 30% van de ondernemingen in acute nood verkeren. Zonder doordacht solvabiliteitsplan stevenen we de komende maanden en jaren af op een niet te stuiten golf van faillissementen die onze economische heropbouw verder dreigt te belasten.

Ondanks steunmaatregelen flirt 1 op 5 met faillissement

Na een voorzichtig herstel tijdens de zomer, hakte de tweede coronagolf begin november opnieuw zwaar in op de Belgische economie. Zonder de regeringsmaatregelen die sinds het begin van de crisis werden genomen, zou vandaag bijna de helft (49,6%) van de ondernemingen ernstige financiële problemen ondervinden. Dankzij die steunmaatregelen zakte dat percentage tot 29,8%. Als we de bedrijven die voor de crisis al in de problemen zaten buiten beschouwing laten, dan komen we uit op 20,1% van de ondernemingen die zich in de gevarenzone bevinden. Dat betekent dus dat één op vijf ondernemingen die voor de crisis perfect gezond waren nu met aanzienlijke liquiditeitsproblemen kampen. Ter vergelijking: in onze gezamenlijke analyse van september na de eerste golf was dat nog 16,2% of één op zes bedrijven. Het aantal bedrijven dat flirt met het faillissement neemt dus aanzienlijk toe.

Cash drain – leegloop reserves bedrijven

Bovendien staat het buiten kijf dat de bedrijven die voor de crisis gezond waren én nu nog over ruime reserves beschikken evengoed onderhevig zijn aan de negatieve effecten van de coronacrisis. Zij moeten volop hun reserves aanspreken, wat hun slagkracht doet afnemen en onverbiddelijk leidt tot minder nieuwe investeringen op langere termijn.

Kleine en jonge ondernemingen lijden het hardst

Verder blijkt dat de jongere en kleinere bedrijven het tijdens de crisis in verhouding harder te verduren hebben dan oudere en grotere ondernemingen.

Het grootste aantal bedrijven met moeilijkheden is terug te vinden binnen de populatie ondernemingen die tot 50 personeelsleden (in het bijzonder 10 – 19 werknemers) tewerkstellen. Die populatie kent een gezamenlijke injectiebehoefte van 43,6 miljard euro. Algemeen geldt dat hoe meer werknemers het noodlijdende bedrijf tewerkstelt, hoe groter de injectiebehoefte is.

Naar verhouding zijn oudere bedrijven beter gewapend dan de jonge. Van de jongere bedrijven (jonger dan 4 jaar) is slechts de helft crisisbestendig. Die vaststelling is alarmerend, want heel wat start-ups en scale-ups, die de ondernemingen van morgen zijn en nieuwe experimentele technologieën op de markt brengen, riskeren te verdwijnen en dat kan ons groeipotentieel op middellange en lange termijn aantasten.

Alle sectoren in moeilijkheden

De problemen in de horeca en de evenementensector zijn een voortdurend en terecht aandachtspunt. Respectievelijk 42,6% van alle horecazaken en 32% van de bedrijven binnen de evenementensector zijn dermate geraakt dat ze per 31 januari in een acute situatie verkeren.

Echter, de aandacht voor die sectoren doet vergeten dat zo goed als elke activiteitensector een veelheid aan bedrijven telt die door de gevolgen van de sanitaire crisis in moeilijkheden zijn verzeild. In sectoren als de metaalnijverheid, de transportsector, de voedingsnijverheid en de auto-industrie bevindt telkens ongeveer een kwart van de bedrijven zich in bijzonder zwaar weer. Een vijfde van de handelszaken, de textielnijverheid en de bouwnijverheid bevindt zich in diezelfde situatie. Zelfs binnen de traditioneel robuuste sectoren heeft nu ook een belangrijke groep bedrijven het bijzonder moeilijk. Zo kampt in de chemische nijverheid ruim 13% met acute crisisproblemen.

Nood aan een krachtdadig solvabiliteitsplan

De gemeenschappelijke studie van het VBO en Graydon is bijzonder alarmerend. Naast de liquiditeitsproblemen die opnieuw opduiken, dreigen ook heel wat ondernemingen met ernstige solvabiliteitsproblemen geconfronteerd te worden.

“Een belangrijk deel van onze ondernemingen zal er, ondanks de genomen maatregelen, niet in slagen het hoofd boven water te houden. We verwachten ongeveer 50.000 COVID-faillissementen en vereffeningen bovenop de normale volumes. Een uitgerekte tsunami gespreid over de komende maanden en jaren die de normale jaarlijkse aantallen – ongeveer 10.000 faillissementen per jaar – substantieel de hoogte zal injagen”, aldus Eric Van den Broele, Directeur Research & Development van Graydon Belgium nv.

Om een golf aan faillissementen te voorkomen, pleiten VBO en Graydon voor een doordacht solvabiliteitsplan en een reeks financiële en fiscale maatregelen om de solvabiliteit op lange termijn te ondersteunen. Zo denkt men onder meer aan een hervormde notionele interestaftrek voor kleine ondernemingen, versterkte taxshelters, de mobilisatie van risico- en spaarkapitaal via adequate stimuli zoals een nieuwe versie van de wet ‘Cooreman – De Clercq’, een vrijstelling van de roerende voorheffing voor achtergestelde leningen en de oprichting van een transformatiefonds – zoals voorzien in het regeerakkoord maar dan uitgebreid tot openbaar spaargeld en privé-investeerders.

“Er is goed en slecht nieuws. Het goede nieuws is dat de steunmaatregelen, die op verschillende beleidsniveaus werden ontwikkeld, om de liquiditeit te verstevigen, hun effect niet hebben gemist. Maar het slechte nieuws is dat de bedrijven hun reserves aan het opeten zijn en steeds meer in ademnood dreigen te komen. Er is dus een ernstige solvabiliteitscrisis op til met een groot risico op faillissement voor duizenden kleine, middelgrote en zelfs grote ondernemingen. Een solvabiliteitsplan met krachtdadige financiële en fiscale maatregelen, gecoördineerd tussen alle bestuursniveaus, is de enige optie om dat te voorkomen”, benadrukt Pieter Timmermans, CEO van het VBO.

Link naar de gedetailleerde nota en de slides.

Bron: VBO