De regering keurde gisteren een procedure goed waarmee het mogelijk wordt om onbetwiste facturen van bedrijven snel in te vorderen. De bestaande procedure om dat te doen, werd immers bijna niet gebruikt omdat ze in de praktijk lang niet zo snel en eenvoudig is als haar naam laat uitschijnen.

Het VBO is tevreden dat de regering werk maakt van de strijd tegen wanbetalers, maar er zijn een aantal voorwaarden waaraan moet voldaan worden opdat deze procedure haar doel niet zou voorbij schieten. Zo begrijpen we bijvoorbeeld niet waarom ze alleen van toepassing is op ondernemingen en niet wordt uitgebreid naar alle categorieën van wanbetalers.”, waarschuwt Philippe Lambrecht, bestuurder-secretaris generaal van het VBO.

Nieuwe procedure die naam waardig…

Volgens de Graydon-index werd het aantal wanbetalingen in het eerste kwartaal van dit jaar afgebouwd naar 8,5% ten opzichte van 14,3% op de piek in het tweede kwartaal van 2011.

De nieuwe procedure laat bedrijven en overheden toe om dat aantal nog verder terug te dringen en wel degelijk op een snelle en eenvoudige manier onbetwiste facturen in te vorderen van bedrijven. De procedure verloopt immers niet via de rechtbank, maar via de gerechtsdeurwaarder. Er is geen maximumbedrag – elke onbetwiste factuur komt dus in aanmerking, noch specifieke bewijsvereiste. De tussenkomst van een advocaat blijft wel verplicht. In principe beschikt de schuldeiser na 1 maand en 8 dagen over een uitvoerbare titel.

… onder bepaalde voorwaarden!

Om de doeltreffendheid van zo’n procedure te garanderen, moeten een aantal bijkomende stappen worden gezet:

  • De Belgische summiere procedure om betaling te bevelen moet zich uitlijnen op het Europese betalingsbevel dat van toepassing is in grensoverschrijdende dossiers.
  • Er moet één procedure komen voor alle soorten van wanbetalers (consumenten, ondernemingen en overheden). Verschillende procedures zullen alleen leiden tot bijkomende administratieve rompslomp.
  • Men moet de contractuele vrijheid laten spelen, zeker tussen bedrijven, voor wat betreft verwijlinteresten en schadebedingen, zodat de kosten van de laattijdige betaling niet ten laste van de schuldeiser vallen.
  • Een gerechtsdeurwaarder of een rechter bieden op zich voldoende garantie. Het is overbodig om de tussenkomst van een advocaat te verplichten. Het Europese betalingsbevel laat de keuze aan de schuldeiser om al dan niet met een advocaat te werken.
  • Ook het onbetwiste gedeelte van gedeeltelijk betwiste facturen zou via de snelle procedure moeten kunnen worden ingevorderd.

Het VBO vraagt de regering dan ook met aandrang om hier werk van te maken.

Bron: vbo-feb.be