We kunnen er niet omheen. Er is een digitale revolutie aan de gang die de werking van onze economie en bedrijven fundamenteel aan het transformeren is. Aangedreven door een exponentieel groeiende rekenkracht van laptops en smartphones, een nog snellere toename van de capaciteit voor het bliksemsnel transporteren van data via breedband en mobile, een dalende kostprijs voor de (cloud-)opslag van grote hoeveelheden data en een alsmaar beter beheer van die data door lerende computers, worden we bijna elke week verrast door een nieuwe technologische innovatie, een nieuw “wauw”-moment.

Wauw als we zelfs in een ondergrondse parkeergarage onze favoriete muziek kunnen blijven beluisteren via streaming, smartphone en 4G. Wauw als we ons volledig carrièrepad in detail terugvinden op MyPension.be. Wauw als robots ervoor zorgen dat mensen verlost worden van zware of gevaarlijke taken. Wauw als een mobiliteitsapp ons naadloos door het verkeer of richting openbaar vervoer stuurt en ons tijdig signaleert dat we moeten vertrekken. En dan hebben we het nog niet gehad over de vele nieuwe zakelijke modellen die als paddenstoelen uit de grond schieten in de platformeconomie.

We lijken ons dus in een nieuwe fase van technologische versnelling te bevinden, een vierde industriële revolutie, die een belangrijke boost kan betekenen voor onze toekomstige welvaart. Consultancybureau Mc Kinsey heeft becijferd dat ons land in het komende decennium een welvaartsgroei per hoofd van de bevolking kan laten optekenen van ongeveer 1,7% per jaar wanneer we ons eenvoudigweg laten meedrijven op de golf van digitale vooruitgang die op ons afkomt. Als we de digitalisering proberen tegen te houden of af te remmen zou dit kunnen terugvallen tot 0,7%. Als we daarentegen een echte voortrekker zouden worden inzake digitalisering, zou onze welvaartsgroei zelfs kunnen versnellen tot 2,9% per jaar.

Het is dus zaak om de opportuniteiten die de digitale revolutie biedt in de komende jaren met beide handen te grijpen. Onze ondernemingen maar ook onze overheid hebben daarin een cruciale rol te vervullen. En we hoeven ook niet pessimistisch te zijn over onze kansen om daarin te slagen. In 2017 stond België in Europa op een 6e plaats inzake digitale ontwikkeling (de DESI-index). Maar er zijn natuurlijk altijd zaken die beter kunnen en in een snel evoluerende digitale wereld is stilstaan achteruitgaan.

Het VBO en zijn sectorfederaties hebben in 2015 dan ook al een eerste keer een Digitale Agenda voorgesteld, een document met aanbevelingen voor overheid en bedrijven om de digitale economie in ons land meer de wind in de zeilen te geven. In de voorbije maanden hebben we dit document ingrijpend herwerkt en geactualiseerd tot een Digitale Agenda 2.0 die we op 8 mei jl. aan minister van Digitale Agenda Alexander De Croo hebben overhandigd.

Het was daarbij positief te kunnen vaststellen dat een aantal elementen uit de VBO-Digitale Agenda van 2015 intussen zijn gerealiseerd. Zo is er sinds kort een mobiele eID-toepassing (Itsme) waarmee personen zich eenvoudig en snel digitaal kunnen identificeren. Zo blijft de telecomsector fors investeren in uiterst performante vaste en mobiele netwerken met hoge transmissiesnelheden (>1 Gbps). Zo zullen alle overheden binnenkort elektronische facturen aanvaarden en gebruikmaken van elektronische aanbestedingsprocessen, en wordt er ook hard gewerkt aan een officiële mailbox voor bedrijven.

Toch blijven er ook nog heel wat pijnpunten waarop we dreigen vast te lopen. Te weinig jongeren kiezen in het hoger onderwijs voor de STEM-studierichtingen en onze onderwijsopleidingen worden te traag aangepast aan de snel evoluerende behoeften inzake technologische kennis. Nochtans zullen we in een tijdperk van robotisering, met het internet verbonden machines, blockchain en Artificial Intelligence behoefte hebben aan vele duizenden informatici en ingenieurs met de juiste kennis en competenties.

Onze arbeidsmarktregels blijven ook moeilijk te verzoenen met de heel flexibele wijze waarop in de nieuwe digitale wereld moet worden omgesprongen met bijv. arbeidstijden. Daarnaast slaagt een aantal grote overheidsdiensten (patrimoniumdocumentatie, justitie …) er te weinig in om goed werkende digitale systemen te lanceren en zo hun diensten ook volledig elektronisch aan te bieden. En ook onze wetgeving blijft vaak uiterst voorzichtig en laat weinig of geen experimenten toe (bijv. inzake drones). Ten slotte is er ook werk aan de winkel bij onze bedrijven zelf, die zeker werk maken van digitale oplossingen rond hun kernactiviteiten, robotisering en Internet of Things, maar bijvoorbeeld nog steeds op papier blijven factureren.

Hopelijk kunnen we over enkele jaren vaststellen dat er opnieuw een mooie vooruitgang is geboekt en dat we de opportuniteiten van de digitale revolutie volop aan het grijpen zijn!

Bron: VBO