Ondernemingen die hinder ondervinden ingevolge de verspreiding van het coronavirus, kunnen steunmaatregelen vragen aan de FOD Financiën. Op het vlak van de bedrijfsvoorheffing gaat het om betalingsfaciliteiten, vrijstelling van nalatigheidsinteresten en/of kwijtschelding van boeten wegens niet-betaling. Peggy Criel, Legal Expert bij Partena Professional, legt alles uit.

Welke ondernemingen? 

Het moet gaan om natuurlijke personen of rechtspersonen met een ondernemingsnummer (KBO):

  • ongeacht de activiteitensector;
  • die daadwerkelijk hinder ondervinden ingevolge de verspreiding van het coronavirus;
  • en die hierdoor financiële moeilijkheden hebben en dit ook kunnen aantonen (vb. een daling van het omzetcijfer).

De steunmaatregelen kunnen niet toegekend worden aan ondernemingen die, onafhankelijk van het coronavirus, structurele betaalmoeilijkheden kennen.

Welke schulden?

Schulden op vlak van bedrijfsvoorheffing, btw, personenbelasting, vennootschapsbelasting en rechtspersonen komen in aanmerking.

Welke maatregelen?

De FOD Financiën kan volgende maatregelen toestaan:

  • een afbetalingsplan;
  • een vrijstelling van nalatigheidsinteresten;
  • een kwijtschelding van boeten wegens niet-betaling.

Welke voorwaarden?

De onderneming moet de voorwaarden voor het indienen van de aangifte naleven (zie verder). De schulden die de onderneming heeft mogen niet voortvloeien uit fraude.

Niet-naleving van het toegestane afbetalingsplan of het ontstaan van een collectieve insolventieprocedure (faillissement, gerechtelijke reorganisatie) zorgen voor een intrekking van de steunmaatregelen.

Welke procedure?

De onderneming die deze maatregelen wenst te genieten moet, per schuld en uiterlijk 30 juni 2020, een aanvraag indienen via e-mail of per brief, op het ogenblik van ontvangst van elk aanslagbiljet of elk betaalbericht.

De aanvraag gebeurt via een specifiek formulier beschikbaar op de website van de FOD Financiën en wordt ingediend bij het bevoegde Regionaal Invorderingscentrum (RIC) in functie van de postcode van de woonplaats (natuurlijke persoon) of van de maatschappelijke zetel (rechtspersoon).

De administratie verbindt er zich toe een antwoord te geven binnen een termijn van dertig dagen vanaf de indiening van de aanvraag.

Bron:  Creditexpo.be