België strandt op de 25e plaats in de IMD World Digital Competitiveness Ranking 2019. Dat is 2 plaatsen lager dan vorig jaar en het vierde jaar op rij dat we onze digitale competitiviteit zien verslechteren. Onze 4 buurlanden presteren allemaal beter. Frankrijk staat op plaats 24, Luxemburg op 21, Duitsland op 17 en Nederland op de 6eplaats. Edward Roosens, hoofdeconoom van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO), betreurt die evolutie: “Als open kenniseconomie is België één van de landen die het meest baat kunnen hebben bij de digitalisering. Het is dus hoog tijd dat we met alle relevante actoren (bedrijven, gezinnen, overheden) meer ambitie aan de dag leggen. Laten we ons voorbereiden op een toekomst die onvermijdelijk digitaal zal zijn en streven naar een veilig, inclusief en welvarend digitaal België.”

Met de World Digital Competitiveness Ranking gaat IMD voor 63 landen na in welke mate nieuwe digitale technologieën worden ingezet voor betere overheidspraktijken en bedrijfsmodellen en voor maatschappelijke vooruitgang  in het algemeen. De top 5 bestaat uit de Verenigde Staten, gevolgd door Singapore, Zweden, Denemarken en Zwitserland.

Het is dan ook verontrustend dat België afglijdt in deze rangschikking, want digitalisering is een belangrijk aspect geworden van onze competitiviteit. Een eeuw geleden was België een voortrekker in de industriële revolutie waarmee de basis gelegd werd voor onze welvaart vandaag. In de digitale revolutie is het echter niet België en ook niet Europa dat leidt. Vandaag zijn de Verenigde Staten en Azië de voortrekkers.

De globale score wordt bepaald door 53 indicatoren in drie domeinen: kennis, technologie en future readiness. Op de drie aspecten is onze score vrij gelijkaardig. België staat respectievelijk op de 23e, 21e en 25e plaats.

Als we de resultaten iets meer in detail bekijken, valt het op dat België het heel goed doet wat betreft de publieke uitgaven voor onderwijs: zo staan we met 6,33% van het bbp op de 7e plaats. Daartegenover staat dan weer dat er weinig studenten afstuderen met een diploma uit een STEM-richting (Science, Technology, Engineering & Mathematics) waarvan we er net veel nodig hebben om optimaal te kunnen inspelen op de digitaliseringsgolf. Het gevolg? Een lage score op digitale en technologische vaardigheden.

Wat e-gov betreft, eindigen we op een eerder gemiddelde 25e plaats. Er zijn de afgelopen jaren op een aantal vlakken belangrijke vorderingen gemaakt, zoals MyBelgium, MyEnterprise, MyPension, de digitalisering van de getuigschriften van verstrekte hulp van dokters, en digitale authenticatie via apps zoals Itsme. Op andere vlakken zijn we er echter nog lang niet. Zo blijven de digitalisering van justitie, kadaster, patrimoniumdocumentatie en het systematisch hergebruiken van bedrijfsgegevens (only once) een grote uitdaging.

Als we tot slot kijken naar onze score met betrekking tot investeringen in telecomdiensten staat België slechts op een  28e plaats. Om de digitale ontwikkelingen en het potentieel van de
ICT-/internettoepassingen in de toekomst ten volle te kunnen benutten, moeten het vaste en mobiele netwerk nochtans performant, betrouwbaar en veilig zijn. Zolang de overheid echter geen spectrumveiling organiseert voor 5G kunnen de telecombedrijven niet starten met de uitrol ervan.

“We moeten dus blijven werken aan een sterkere digitale competitiviteit door in te zetten op domeinen waar we nu al uitblinken en meer actie ondernemen in cruciale domeinen waar we achterblijven: organiseer zo snel mogelijk de veiling van het 5G-spectrum, zet in op meer digitale vaardigheden en werk een ambitieuze digitale agenda uit voor de volgende regering. Alle actoren (overheden, bedrijven en burgers) moeten de digitalisering actiever omarmen en resoluut kiezen voor de nieuwste digitale technologieën. Alleen zo zullen we de opportuniteiten van de digitale economie ten volle kunnen grijpen,” besluit Edward Roosens.

Bron: VBO