 
						
						Twee jaar na de invoering van Boek XIX van het Wetboek van economisch recht, de regelgeving over hoe ondernemers onbetaalde consumentenfacturen moeten invorderen, blijkt dat deze maatregelen kleine ondernemingen zwaar treffen. Uit cijfers van UNIZO, UCM en Intrum blijkt dat Belgische kmo’s jaarlijks naar schatting meer dan 107 miljoen euro financiële schade lijden door de wetgeving. UNIZO en UCM vragen dat Boek XIX voor kmo’s grondig wordt vereenvoudigd, in aanloop naar de parlementaire hoorzitting over de schuldindustrie volgende week.
Boek XIX bepaalt hoe ondernemers onbetaalde facturen van consumenten mogen invorderen. Sinds de inwerkingtreding moeten zij eerst een gratis herinnering sturen die aan strikte vormvereisten voldoet, met beperkingen op intresten en schadevergoedingen.
“Het wordt vandaag duidelijk dat Boek XIX zijn doel compleet voorbijschiet. Wat bedoeld was om consumenten te beschermen tegen buitensporige invorderingskosten, treft nu precies de ondernemers die zelf het hardst geraakt worden door onbetaalde facturen. Kleine zelfstandigen en kmo’s worden verplicht om juridische formaliteiten te volgen die zelfs voor grote bedrijven complex zijn. Ze verliezen tijd, geld en klantenvertrouwen, en dat allemaal om een wet na te leven die niets oplost, maar wel 107 miljoen euro schade jaarlijks veroorzaakt” Bart Buysse CEO Unizo
Kmo’s zijn niet de schuldigen
Volgens UNIZO en UCM treft de regelgeving de verkeerde doelgroep. Boek XIX is ingevoerd om schuldopstapeling bij consumenten tegen te gaan, vooral bij grote spelers zoals ziekenhuizen of bepaalde nutsbedrijven die periodiek massaal factureren. Maar kleine ondernemingen zijn daar nooit het probleem geweest, en krijgen nu de rekening gepresenteerd van een wet die bedoeld was om misbruik elders te stoppen. De feitelijke schuldopstapeling kan trouwens alleen in een fase van gerechtelijke invordering en dat valt buiten de toepassing van boek XIX.
De cijfers
Intrum analyseerde 428 kmo’s met openstaande facturen aan consumenten. Die ondernemingen verloren samen zo’n 250.000 euro aan invorderingskost. Extrapolatie naar de volledige kmo-markt wijst op een totale jaarlijkse schade van 107 miljoen euro tov de oorspronkelijke situatie voor Boek XIX. De belangrijkste oorzaken:
- Complexe en tijdrovende administratie voor de wettelijk verplichte “kosteloze herinnering”.
- Strikte vormvereisten die ondernemers makkelijk doen struikelen; waardoor er geen enkele invorderingskost kan aangerekend worden
- Beperkingen op intresten en schadevergoedingen, waardoor kmo’s hun werkelijke kosten niet kunnen recupereren. Het minimum van 20 euro blijkt ruim onvoldoende voor de vergoeding van de werkelijk gemaakte kosten.
Een opvallende vaststelling is dat in 2024, het jaar na de invoering van Boek XIX nog slechts 35% van de kmo’s invorderingskosten aanrekent, tegenover 56% van de kmo’s in 2022, een daling met bijna de helft.
“Het is dringend tijd voor een vereenvoudiging van Boek XIX Op dit moment werkt de wetgeving te beperkend om maximaal op een minnelijke manier tot een oplossing te komen. Dat is nochtans de beste weg die het goedkoopst is voor consument, schuldeiser en maatschappij (ook de overheid) Daarnaast is er altijd minder psychologische druk op de consument in de minnelijke fase dan in de gerechtelijke fase. Een goede werkende wetgeving met een onafhankelijk toezicht biedt de beste basis voor een degelijke consumentenbescherming en laat toch de schuldeiser toe zijn vordering sneller betaald te krijgen. Het is dus vooral een kwestie van de wet wat beter te maken zodat de beoogde doelstellingen bereikt worden zonder de ongewenste neveneffecten op consumenten, bedrijven en de maatschappij” Guy Colpaert, Managing Director Intrum
Tijd voor realistische aanpassing
UNIZO en UCM roepen de federale regering op om de evaluatie van Boek XIX, die volgens het regeerakkoord nog dit jaar gepland is, te gebruiken om een uitzondering te voorzien voor kmo’s op de veel te strikte regels om zelf de klant tot betaling aan te zetten, of de wetgeving werkbaar te maken.
UNIZO stelt drie concrete aanpassingen voor:
- Schrap de overbodige vormvereisten voor de gratis herinnering. Een eenvoudige betalingsherinnering moet volstaan.
- Maak intresten en schadevergoedingen automatisch van toepassing, zonder complexe clausules in de algemene voorwaarden.
- Voer een minimumbedrag van €40 in bij kleine vorderingen, zoals in Nederland. En tevens in analogie met de wetgeving tegen betalingsachterstand voor handelstransacties (tussen bedrijven) die voorziet in automatische verwijlintresten en een forfaitaire vergoeding van €40 bij laattijdige betaling, zonder dat een ingebrekestelling nodig is.
Conclusie
“Het regeerakkoord voorziet expliciet een evaluatie van Boek XIX. De cijfers van Intrum tonen aan dat de schade voor kmo’s reëel is en dat de beoogde voordelen voor consumenten uitblijven. We hebben destijds gewaarschuwd dat deze wet fout zou aflopen. Nu zien we het zwart op wit in de cijfers.”
“We vragen niet dat kmo’s boven de wet staan, wel dat ze kunnen ondernemen zonder voortdurend op juridische eieren te moeten lopen. Vandaag moet een zelfstandige een halve jurist zijn om een onbetaalde factuur nog correct te kunnen invorderen. Dat is compleet disproportioneel. Tijd dus om het recht te zetten. Maak Boek XIX op zijn minst werkbaar. En breidt de IOS procedure, zoals het regeerakkoord voorziet, uit tot onbetwiste geldschulden van consumenten, zodat ondernemers die onbetaalde facturen buiten de rechtbank om kunnen invorderen, als de minnelijke fase geen resultaat oplevert. De focus moet terug naar wat echt telt: correct werk laten betalen.”
Bron: Unizo.be



