
De Belgische haven-, transport- en logistieke sector, een belangrijke levensader van de open economie en een vitale hub in Europa, staat op een cruciaal punt, gekenmerkt door een dubbele transitie naar decarbonisatie en digitalisering. Deze overgangen zijn niet langer abstracte concepten, maar operationele noodzaak, gedreven door strengere regelgeving, maatschappelijke druk en de toenemende eisen van klanten en investeerders. Dit blijkt uit een nieuw, uitgebreid rapport van ING, in samenwerking met de Universiteit Antwerpen en VIL (Flanders’ Innovation Cluster for Logistics).
Analyse van de sectorale evolutie
Het rapport met de titel “Headwinds and tailwinds in the decarbonisation and digitalisation of the Belgian port, transport and logistics industry” combineert kwantitatieve data met inzichten van 75 leidinggevende spelers in de sector. Niet alleen de grote zeehavens komen aan bod, maar ook binnenlandse terminals, logistieke ondernemingen, transporteurs en technologiebedrijven. Zo ontstaat een volledig beeld van een sector in ingrijpende verandering.
Voorlopers en achterblijvers in transitie
Uit de studie blijkt dat een aanzienlijk aantal bedrijven al stappen heeft gezet op vlak van duurzaamheid en digitalisering, terwijl anderen zich nog in de verkennende fase bevinden. Waar sommige partijen al wendbaar opereren op basis van geïntegreerde decarbonisatie- en digitale plannen, kampen anderen met onzekerheid en schaarse middelen. Voor finance- en creditmanagementprofessionals is dit van belang, aangezien de graad van transitie een directe impact heeft op de investeringsvraag en het risicoprofiel van klanten en leveranciers.
Duurzaamheid als strategisch voordeel
De combinatie van regelgeving en marktdruk dwingt de logistieke sector tot versnelling. Groene logistieke oplossingen worden niet alleen als verplichting gezien, maar ook als concurrentieel voordeel. Innovatieve ondernemingen benutten dit om zich te profileren. Tegelijkertijd worden digitale toepassingen zoals AI, IoT, robotica en digitale tweelingen actueler: ze optimaliseren processen, maken beslissingen datagedreven én verkorten doorlooptijden. Dat is cruciaal voor risicoreductie en efficiency.
Belangrijkste conclusies uit het onderzoek
De meerderheid van de respondenten beschouwt digitalisering als een hefboom voor hun concurrentiepositie. Verduurzaming wordt steeds vaker erkend als onontkoombare stap naar toekomstbestendigheid. De kloof tussen voorlopers en achterblijvers blijft echter groot. Sommige ondernemingen investeren al in vlootvernieuwing en alternatieve brandstoffen, terwijl andere partijen terughoudend blijven door de onzekere rendabiliteit. Voor kredietverstrekkers en financiële managers is dit onderscheid essentieel bij de inschatting van kredietrisico’s.
Financiële hindernissen en beleidsonzekerheid
Digitalisering wordt beschouwd als relatief rendabel, maar verduurzaming stoot op meer weerstand. Hoge investeringdrempels en onduidelijke terugverdientijden zijn struikelblokken, vooral voor kmo’s. Bovendien vormt de afwezigheid van consistent beleid en complexe regelgeving een belangrijke barrière. Dergelijke onzekere factoren bemoeilijken investeringsbeslissingen en verhogen de nood aan specifieke financieringsoplossingen en risicomanagement. Voor creditmanagers betekent dit dat de kredietwaardigheid en het betalingsgedrag van klanten uit deze sector sterk kunnen variëren.
Samenwerking is onmisbaar
Het rapport beklemtoont dat samenwerking tussen bedrijven, overheid en kennisinstellingen noodzakelijk is om transities te versnellen. Veel initiatieven stranden niet door een gebrek aan visie, maar door zwakke coördinatie en onduidelijke kostenverdeling. Publiek-private partnerschappen en sectorale standaarden zijn cruciaal om systeemveranderingen te realiseren. Ook multimodale transportoplossingen bieden perspectieven, maar worden vaak gehinderd door operationele obstakels en de dominantie van wegvervoer.
Concrete aanbevelingen voor de sector
Het rapport formuleert vijf aanbevelingen voor een versnelde dubbele transitie: gebruik ESG als strategisch instrument, formuleer sterk onderbouwde businesscases voor groene investeringen, versterk samenwerkings- en gouvernancemodellen, versnel de adoptie van bewezen digitale technologieën en investeer in de ontwikkeling van personeel en nieuwe vaardigheden. Voor creditmanagers betekent dit dat ze hun klanten en partners niet enkel zouden moeten beoordelen op financiële prestaties, maar ook op hun capaciteit om in te spelen op ESG-verplichtingen én hun digitale volwassenheid.
Slotbeschouwing: wie durft wint
Ondernemingen die nu durven te investeren in duurzame en digitale oplossingen versterken niet alleen hun concurrentiepositie, maar voldoen ook beter aan toekomstige regelgeving. Voor finance- en creditmanagement professionals ontstaan hiermee waardevolle aanknopingspunten om kredietwaardigheid te beoordelen, risico’s in te schatten en groeikansen te identificeren binnen de logistieke keten.
Bron: ING.be