Belgische kmo’s tonen veerkracht, maar opereren op smalle marges en met beperkte financiële buffers. Dat blijkt uit de eerste editie van de KMOnitor 2025, een nieuw onderzoek van Teamleader op basis van geanonimiseerde jaarrekeningdata via Bizzy.

De analyse van ruim 8.000 ondernemingen uit de periode 2022–2024 laat zien dat de helft van de kmo’s minder dan drie maanden financiële reserves heeft. Daarnaast groeit het aantal bedrijven dat afhankelijk is van externe financiering, terwijl vooral de horeca en Brusselse ondernemingen kwetsbaar blijven.

Financiële weerbaarheid blijft onder druk

Uit het rapport blijkt dat liquiditeit nog altijd een van de grootste pijnpunten is. In 2024 kon ruim een kwart van de ondernemingen (26,1%) de kortlopende verplichtingen niet met eigen middelen afdekken — een lichte verbetering ten opzichte van 27,6% twee jaar eerder. Toch heeft 43,6% van de kmo’s minder dan drie maanden cashbuffer, tegenover 36,2% in 2022. Dat betekent dat bijna de helft van de ondernemingen weinig ruimte heeft om tijdelijke omzetdalingen of late betalingen van klanten op te vangen. Vooral zelfstandigen en microbedrijven blijven kwetsbaar, terwijl grotere organisaties dankzij hun schaalgrootte gemiddeld beter standhouden. Regionaal vallen vooral Henegouwen en Brussel op door een hoger liquiditeitsrisico dan de Vlaamse provincies.

Winstgevendheid vertoont grote verschillen per sector

Gemiddeld draaide 23,4% van de Belgische kmo’s in 2024 verlies. Vooral de horeca blijft zwak presteren: meer dan een derde van de ondernemingen in deze sector schrijft rode cijfers. Daartegenover staan kennisintensieve bedrijven, waar het aandeel verlieslatende ondernemingen daalde van 15,3% naar 13,5%. Kleine kmo’s met 11 tot 50 werknemers wisten hun mediane winst met bijna een kwart te verhogen, wat erop wijst dat schaalvergroting loont wanneer de efficiëntie behouden blijft. Regionaal tonen West- en Oost-Vlaanderen de beste cijfers, terwijl Waals-Brabant en Brussel achterblijven.

Meer groei gefinancierd met vreemd vermogen

De Belgische kmo’s groeien, maar steeds vaker met geleend geld. Waar in 2022 nog 56% van de bedrijven uitbreidde met eigen middelen, is dat aandeel in 2024 gedaald tot 45%. Het merendeel van de ondernemingen is dus afhankelijk van banken of andere financiers om investeringen te doen. Dat verhoogt de kwetsbaarheid bij stijgende rente of vertragingen in betalingen. Vooral in de bouw en horeca is kredietgedreven groei de norm, terwijl kennisintensieve bedrijven vaker winst gebruiken als financieringsbron.

Ondernemers investeren ondanks negatieve cijfers

Opvallend is dat 11% van de Belgische kmo’s nieuw personeel aanneemt terwijl ze verlies lijden. Dit illustreert dat ondernemers bewust kiezen om in groei te investeren, ook als dat tijdelijk op de winst drukt. Bij kleinere bedrijven (tot 50 medewerkers) ligt dit aandeel zelfs op 14%. In de horeca geldt dat voor één op drie ondernemingen, wat wijst op een structureel geloof in herstel ondanks moeilijke marges.

Kleine ondernemingen scoren hoog op productiviteit

Kleine teams blijken vaak de meest efficiënte. Micro-ondernemingen met 2 tot 10 medewerkers realiseren gemiddeld €50.000 EBITDA per werknemer, tegenover €15.000 bij middelgrote bedrijven. Vooral de handel laat een sterke productiviteitsgroei zien van 17% in twee jaar tijd, terwijl de horeca weliswaar licht herstelt maar structureel achterblijft. Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen blijven koplopers met respectievelijk €320.000 en €287.000 omzet per FTE, terwijl Brussel met €140.000 duidelijk achterophinkt.

Over het onderzoek

De KMOnitor 2025 is een gezamenlijk initiatief van Teamleader en Bizzy. Het rapport brengt financiële trends in kaart bij ruim 8.000 Belgische kmo’s in de periode 2022–2024, uitgesplitst naar regio, sector en omvang van de onderneming. De analyse biedt waardevolle inzichten voor zowel ondernemers als financiële professionals die betrokken zijn bij kredietbeoordeling, cashflowbeheer en risicomanagement.

Relevantie voor creditmanagement professionals

Voor creditmanagers is het onderzoek een signaal dat Belgische kmo’s, ondanks hun veerkracht, in toenemende mate afhankelijk worden van externe financiering en daardoor gevoeliger zijn voor liquiditeitsrisico’s. De beperkte buffers en stijgende kredietafhankelijkheid vragen om scherpere monitoring van betaalgedrag, realistische kredietlimieten en sectorgerichte risicobeoordeling, met name binnen horeca, bouw en Brusselse regio’s. Inzicht in deze trends helpt credit professionals om tijdig in te spelen op veranderende risicoprofielen en duurzame klantrelaties te behouden.

Bron: teamleader.eu